QUESTION TAGS

 

Dit is een klein zinnetje na een opmerking om een reactie van de aangesprokene uit te lokken. In het Nederlands wordt dit gedaan met : he ? of is het niet ?

 

1. am is are was were  in de zin       : herhalen

 

2. 2 of meer ww in de zin                  : 1e ww herhalen

 

3. 1 ww in vt                                       : did

 

4. 1 ww in tt (he,she,it)                      : does

 

5. 1 ww in tt (I,we,you,they)               : do

 

Dit zinnetje komt altijd na een hoofdzin.

In een van beide zinnen moet NOT voorkomen.

 

Voorbeelden bij :

1. The weather is nice, isn’t it ?

2. She can’t swim, can she ?

3. He came by car, didn’t he ?

4. Heather loves Ron, doesn’t she ?

5. They run fast, don’t they ?